Vrijdag 28 november 2014 werd bij SMAHK de 10e Sandberglezing gegeven door Meta Knol, directeur Lakenhal, Leiden (foto Bert Jippes).
Meta Knol benadrukte in haar Sandberglezing het belang van Willem Sandberg als voorbeeld van museumbeleid en de maatschappelijke rol van het museum, maar nuanceerde ook het verschil met haar eigen visie. Namelijk dat Sandberg echt een figuur was uit de naoorlogse wederopbouwtijd met de nadruk op de culturele positie van de avantgarde terwijl inmiddels de tijden veranderd zijn en tegenwoordig de kunstenaar veelmeer gezien wordt als spiegel, bemiddelaar en betrokken signaleerder van de eigentijd.
Een tweede aspect dat zij aangaf met betrekking tot expositiebeleid en collectionering is het verschil van de Lakenhal als historisch museum, met een afdeling hedendaagse kunst, ten opzichte van een museum gespecialiseerd in alleen maar actuele kunst. Niettemin betrekt de Lakenhal heel consequent allerlei partners, publieksgroepen en lokale kunstenaars bij de uitvoering van haar expositieprogramma. Samenwerking met kunstenaars als Paul Koek, Martijn Engelbregt, Roy Villevoye en Christie van der Haak (Nieuw Leids Laken) net zo goed als samenwerking met het Rijksmuseum. Dus meer samenwerking dan competitie tussen cultuurinstellingen. Daartoe behoren ook de buiten museale kunstprojecten in de meelfabriek. Zij onderstreepte daarmee ook de expliciete verantwoordelijkheid van de Lakenhal voor lokale geschiedenis en het in de stad aanwezig zijn. Binnen het expositiebeleid stelt zij de inhoud voorop, met volop gebruik van digitale verwijzingen, dat kan leiden tot ‘huiswerk voor de bezoeker’, maar zonder deze (virtuele) presentatievorm in het museum zelf al te zeer te benadrukken zoals sommige andere musea dat wel hanteren. Daarbij refereerde zij aan haar eigen museumnotitie van een aantal jaar geleden – ‘het mondige museum’, in samenwerking met Stijn Huijts en Edwin Jacobs uit 2006 – en een viertal publikaties, van Boutellier, Baricco, Bauman en Odding, die een rol spelen in het structureren van komend beleid dat uitgevoerd wordt. Samenvattend kom je uit op de omschrijving van een hedendaags museum als interface en netwerkmuseum.
Zeer leerzaam, zeker met betrekking tot de primeur dat zij bracht, namelijk het Definitieve Ontwerp van de uitbreiding van de Lakenhal door het architectenburo Happel Cornelisse Verhoeven uit Rotterdam met tegelijkertijd de restauratie door Julian Harrap Architects LLP Londen. Dit gaat plaatsvinden van 2015 tot 2017 om vervolgens als vernieuwde Lakenhal te openen met een kloeke tentoonstelling over Van Doesburg en De Stijl, het befaamde magazine dat 100 jaar geleden in Leiden werd opgericht. Zie voor de nieuwbouw ook Architectuurpodium Assen.