Shared spaces

9 t/m 30 maart 2014.

“Shared spaces” – Ruimtelijk werk van Cordula Prieser en Hanswerner Kirschmann

De beeldhouwers Cordula Prieser en Hans Werner Kirschmann laten hun werk voor een groot deel bepalen door de ruimte waarin wordt geëxposeerd. Ze gaan de fundamentele vragen over het beeldouwen daarbij niet uit de weg. Zoals de relatie tussen omgeving en sculptuur en het belang van een bepaalde methode of techniek als onderdeel van het sculpturale concept. Hoewel hun werk subtiele overeenkomsten vertoont zijn er ook fundamentele verschillen te zien.

Het werk van Hans Werner Kirschmann, wiens werk al eens eerder in een prachtige tentoonstelling bij DeFKa te zien was, bestaat voor een deel uit tekeningen, met daarnaast relatief sculpturaal werk gebaseerd op contouren; een methode en een grammatica die volledig op zichzelf staand werk uitsluit. De doorgaans subtiele en afhankelijke werken zijn veelal aangebracht op de muur, op spaanplaat dozen, tafels, of kasten die hij ergens gevonden heeft. Daarmee worden het nieuwe sculpturale eenheden en worden ten opzichte van de omgeving, als installaties, ruimtelijk zelfstandig. Hanswerner richt daarmee de aandacht op de overgangen, de grenzen en vervagingen tussen zijn sculpturen/objecten en de omgeving..

Cordula Prieser maakt juist grote sculpturen, constructies van holle vormen, die voor een deel uit een omhulsel van stof of garen bestaan. De vele openingen daarin laten een sculptuur van in elkaar grijpende binnenruimten zien die met de buitenruimten samenvallen. Ook bij haar gaat de sculptuur in de omgeving op, doorbreekt de door muren en vloer afgebakende ruimte en schept nieuwe, van het object afkomstige relaties. Bijvoorbeeld, door de richting van de openingen in de sculptuur ontstaat een wisselwerking met de ruimte en lijken bestaande muren in het gebouw te worden doordrongen. De toegankelijkheid van de grote werken zorgt ervoor dat de grens tussen subject, kunstobject en omgeving een lichamelijke ervaring wordt.

Door de ruimte-in-ruimte-constructies van hun beider werk en door de plaatsing en selectie van het werk, door confrontatie en installatieve toevoegingen reageren beide kunstenaars op verschillende wijze op de architectuur van het schoolgebouw en onderzoeken zo de verschillen, de overeenkomsten en de wisselwerking tussen de ruimtelijke werken en het gebouw.

Dit bericht is geplaatst in smahk. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *