Op vrijdag 16 november vond de jaarlijks door het Departement voor Filosofie en Kunst in Assen (DeFKa) georganiseerde Sandberglezing plaats, met als titel ‘Hoe hedendaags is het hedendaagse museum?’
De lezing werd gegeven door Steven ten Thije, onderzoeksconservator bij het Van Abbemuseum Eindhoven.
De Sandberglezing werd in 2004 door DeFKa, het Departement voor Filosofie en Kunst in Assen, geïntroduceerd als eerbetoon aan Willem Sandberg. Sandberg was van 1945 tot 1962 directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam en heeft een groot deel van zijn jeugd in Assen gewoond. Onder zijn leiding ontwikkelde het Stedelijk Museum zich tot een internationaal vermaard centrum voor moderne kunst.
De lezingen, door toonaangevende kunstenaars en theoretici, richten zich op hedendaagse kunst en cultuur in historisch perspectief.
Eerdere Sandberglezingen werden verzorgd door Max Arian, Peter Sonderen, Gijs Frieling, Henk Slager, Thijs Lijster, Renee van de Vall en Christiaan Jansen/Hans van den Ban.
Samenvatting Sandberglezing 2012
Het parlement der dingen
De toekomst van het ‘hedendaagse’ museum.
Aan de hand van de ontwerpen van het Museum of American Art uit Berlijn schetst TenThije het ontstaan van het ‘Moderne’ Museum dat voorafgaat aan de notie van een Museum voor ‘Hedendaagse’ kunst. Waarin verschilt het moderne van het hedendaagse? Daarbij brengt hij het beleid van MoMa-directeur Alfred Barr in herinnering die in het interbellum tentoonstellingen organiseerde van Europese avant-garde en dat in een kunsthistorisch verhaal cartografeert, met name de tentoonstelling Abstract Art & Cubism. Dit is het begin van een moderne white cube stijlgeschiedenis die via het naoorlogse New York op haar beurt de Europese kunsthistorische receptie construeert. Belangrijke postwar ontwikkeling is de gang van een Nationaal georiënteerd kunstbeeld naar een Internationaal westers model. Ook het Stedelijk Museum met Willem Sandberg laat zich hierdoor beïnvloeden.*
De volgende vragen naar het hedendaagse, stelt Ten Thije, zijn: wat nu, is er een post-MoMa? Hoe ziet een toekomst er nu uit? En ook, wat zijn tegenwoordig de knelpunten?
“Waar de museumsector dus in mijn ogen meer onderzoek naar zou moeten doen is niet alleen hoe krijgen we meer mensen binnen en hoe zijn we efficiënter, maar vooral hoe zien mensen vandaag de dag het publieke belang van musea, kunst en cultuur. Hoe beleven mensen eigenlijk het ‘publieke’ als ik me zo abstract mag uitdrukken. Hoe zien ze de relatie tussen hun identiteit als burger en lid van de samenleving en geschiedschrijvende en bewarende instellingen als musea?”
De grootste verschuiving is dat er amper nog visies zijn die een toekomst, een radicale wending of revolutie aandurven. Bovendien is het Amerika uit de hoogtijdagen van Barr’s MoMa uit de tijd verdwenen en China heeft geen ‘moderne’ kunst(geschiedenis). Dus wiens leidraad, wiens ‘art history’? De verdwijning van de utopie en het wegvallen van een kunstgeschiedenis heeft ruimte gemaakt voor het momentane, het spektakel en het hybride tentoonstellingsmodel. Ten Thije’ s voorkeur gaat daarom op dit moment uit naar een kleinschalig museumconcept waarbij concrete kunstwerken gezelschap krijgen van contextuele tentoonstellingsartefacten. Daar rekent hij een omgang met erfgoedmateriaal toe dat kan bestaan uit catalogi, facsimile’s, reproducties van kunstwerken en andere tijdgebonden documenten. Vandaar de ondertitel van zijn lezing: ‘het parlement der dingen’, naar een uitspraak van Bruno Latour (1991).
“En ja, om naar het begin terug te keren, dat vraagt om ‘openheid’, ‘engagement’ en ‘experiment’. Maar niet omdat we de toekomst in moeten vluchten, noch omdat we moeten schuilen in het verleden. Maar omdat we in het heden moeten staan, wat zijn eigen toekomstgerichtheid met zich meebrengt. Onze wereld vraagt misschien niet zozeer om een grote ideologie, maar veel meer om een zorgvuldige omgang met dingen: de dingen die we zelf zijn, de dingen die we verzameld hebben, de dingen die we maken, de dingen waarmee we leven.”
* Steven ten Thije heeft in 2010 samen met medecurator Diana Franssen de tentoonstelling ‘Museum Modules’ samengesteld. Het Museum of American Art toonde een ‘etnografische’ reconstructie van het Museum of Modern Art, dat door het Van Abbe is aangekocht.
** Steven ten Thije (1980) is research curator, working on a PhD at the University in Hildesheim supported by the Van Abbemuseum in Eindhoven. His research topic is the exchange between theory and practice in making collection displays of modern and contemporary art in the 20th century.