Zondag 26 juni van 15 tot 17 uur.
Op de Dag van de Architectuur (26 juni) vond bij het Architectuurpodium Assen CM een discussie plaats over het thema van de Dag van de Architectuur: ‘Zelfverzonnen’ – over bottom-up initiatieven in de architectuur.
Deelnemers aan de discussie waren Arnoud Olie (B+O Architecten, Meppel), Sjef Meijman (beeldend kunstenaar), Victor Ackerman (DAAD Architecten, Beilen), Fokko van der Veen (AEQUO BV Architecten, Assen), Gert Wijlage (kunstenaar/SMAHK). Voorzitter was Ralph du Long.
Na het thema Transformaties, vorig jaar, is Zelfverzonnen een logisch vervolg. Bij bottom-up initiatieven leek vaker dan bij andere projecten rekening te worden gehouden met de bestaande omgeving. Niet Drents bouwen in Drenthe, maar rekening houden met de lokaliteit (Arnoud Olie). Opdrachtgever en architect beginnen met het verzamelen van ingrediënten, waaronder ook de locatie (Fokko van der Veen). Ook beeldend kunstenaar Sjef Meijman zit met zijn project Varkenshuizen, waar varkens worden gemest met afval uit een straat of buurt en die na een jaar gezamenlijk worden opgepeuzeld, op deze lijn. Victor Ackerman relateerde dit aan ‘de hongerige stad’ en vond zo’n varkenshuizenproject voor een stad interessanter dan voor het landelijk gebied. Juist in de steden weten veel mensen niet meer hoe voedsel geproduceerd wordt, waarop Sjef Meijman reageerde dat deze kennis ook in de dorpen aan het verdwijnen is, hoewel steeds meer mensen wel eigen groenten gaan verbouwen.
Bij opdrachten moet volgens Arnoud Olie de opdrachtgever zelf antwoord kunnen geven op ‘de waaromvraag’, “waarom wil je een nieuw huis, en waarom zó? Vaak blijkt dat mensen daar niet over nagedacht hebben. Ze willen vaak groter, of mooier, maar waarom …?
Eigenlijk waren alle aanwezigen het er wel over eens dat de architect niet zijn commerciële trukendoos moest opentrekken, maar zich dienstbaar aan de opdrachtgever (en de omgeving) moest opstellen.
Bij grote projecten is er überhaupt geen overleg met de gebruiker, alleen met het grootkapitaal van ontwikkelaars en beleggingsmaatschappijen, pensioenfondsen en verzekeraars.
Wat betreft de beperkingen bij bottum-up architectuur door regelgeving stelde Fokko van der Veen dat momenteel de regelgeving lijkt te worden verminderd, maar dat is slechts voor de Bühne. Op een onzichtbaarder front gaat het onverminderd voort. Een absurditeit. Voor het zelf regelen liggen er daardoor gigantische blokkades. Arnoud Olie vond de crisis wat dit betreft een zegen, bij zijn bureau wordt nu elke overwinning ‘gevierd’ waar dat vroeger vanzelfsprekend leek. Ook voor de toekomst ziet hij het positief in, de ambtenaren gebruiken nu nog vertragingstactieken om aan de slag te blijven, maar als de crisis langer duurt werkt dat niet meer en gaan de ambtenaren eruit. Ook over de ‘weerstand’ die dit opleverde was hij positief: weerstand is wrijving en door wrijving ontstaat glans.
Algemeen werd, althans hier, gesteld dat niet de architecten moeten veranderen waar het bottum-up projecten betreft – zij zijn van goede wil – maar vooral de opdrachtgevers die vaak niet buiten de kaders willen, of kunnen denken.
Toegespitst op Assen, en dan in het bijzonder op de Blauwe As (het kanaal en omgeving) werd geconstateerd dat hier wonen en werken, privé- en publiek gebied samenkomen. In het gebied moeten publieke functie worden behouden en of nieuwe gecreëerd. Daarbij stelde Sjef Meijman voor geen megalomane plannen te maken, maar het gebied organisch te laten groeien.
Allen waren het erover eens dat het niet gaat om het ‘plaatje’, dat nieuwbouw niet moet plaatsvinden vanuit een gelikt photoshop-beeld, maar dat de kern van elk goed bouwproject ligt in interactie en overleg.
Een zeer interessante discussie, waarbij moderator Ralph du Long ook de mens achter de architect/kunstenaar naar voren haalde en waarbij men na afloop unaniem te kennen gaf graag een vervolg te willen. Een vervolg wat er zeker zal komen.
verslag Adrie Krijgsman